uit en thuis

Rust?

Volle bak! De maand juli ben ik volle bak aan de slag gegaan en heb ik veel gefietst. Heel erg veel. Zelfs zo veel dat ik een nieuw maandrecord qua kilometers heb neergezet met een ruime 1.300. En dat na 5 weken fietsrust.

Te gek? Ja natuurlijk! Het leek lang goed te gaan. Leek, want toen ik in juli een vermogensmeter op mijn racefiets had laten zetten, bleek mijn te trappen vermogen eigenlijk helemaal niet zo hoog. Nog voordat ik dacht dat ik bij mijn maximale te trappen vermogens zat, waren mijn benen al verzuurd. Eerder dan verwacht; een tegenvaller. Als enige oorzaak kon ik bedenken; ik ben veel te gek gestart met al dat gefiets.

Dus ben ik gaan temperen. Met fietsen dan, dat heb ik terug gebracht naar 4 keer per week. Valt mee hè?! Ook de inhoud van de trainingen heb ik aangepast; (maximaal) 2 keer per week intensief (intervallen, blokken) en de andere ritten zijn duurritten. En tussen al het fietsgeweld heb ik rust.

Nou ja, relatieve rust dan…. voor de benen. Want op het ogenblik heb ik relatief veel vrije tijd en ben ik naast het fietsen ook nog drie keer per week in de sportschool te vinden, waarbij ik vooral mijn schouders train. Je weet wel, vanwege het voorval met mijn sleutelbeen eind mei. En die training is ook niet bepaald lullig.

Als warming-up werk ik me 10 minuten op de ergometer (= roeiapparaat) in het zweet. Vervolgens werk ik aan de TRX niet alleen aan de kracht in mijn schouders en alle daaraan gekoppelde spieren, maar combineer ik deze ook met balansoefeningen (core-stability). Heel kort pak ik ook nog de beenspieren met een soort lunches-oefening, waarbij ik de benen toch nog even op de sodemieter geef. Ik sluit af met de broodnodige rek- en strekoefeningen, om de soepelheid in de benen te vergroten. Al met al zomaar 45 minuten tot een uur werk.

Dus rust? Ja, nee, eigenlijk niet echt. Wel ben ik bewuster de spiergroepen in mijn lichaam aan het inzetten en – vooral – rust aan het geven. Dat scheelt al een heel eind!