fietserd

Effe bellen op de Gazelle

De zon brandt op mijn armen en benen. Ik heb – voor de vijfde dag op rij – een korte wielrentenue aan, oftewel; korte mouw en korte broek. Ik rijd over de schelpen richting Beetsterzwaag en bedenk me dat ik er best raar uit moet zien zo; in mijn wielrenkloffie, met crocs aan mijn voeten snel peddelend op een gewone Gazelle damesfiets, met aan het stuur een mandje waarin mijn wielrenschoenen, helm, bril, fietshandschoentjes en bidons liggen.

De bel weet ik inmiddels goed te vinden, want zelfs op deze gewone damesfiets haal ik de ene na de andere fietser in. De wind blaast lekker in mijn rug en mijn benen voelen goed. Ik wil snel naar huis, want ik verwacht om 16.30 uur de Expert die mijn nieuwe wasmachine komt brengen. De oude heeft dinsdag definitief aangegeven niet meer voor me te willen werken.

Ik kijk op mijn horloge; kwart over 4 en ik ben nog niet bij Beetsterzwaag. Dan al fietsend maar even bellen met de Expert: “Het wordt na half 5, ik bel wel wanneer ik thuis ben!”. Alle begrip en daarom een acceptabel voorstel voor de heren. Na stevig doorpeddelen bel ik om kwart voor 5 de Expert opnieuw: “Ik ben thuis!”.

Waarom ik op een damesfiets zit met mijn wielrentenue aan?

Ik ben echt wel vertrokken op mijn racefiets, maar reed niet ver na Gorredijk over een steen en had stootlek (zoals dat heet). Het bandje was vlot gewisseld en de tocht ging door. Na een stuk tegenwind had ik langs de Tjonger eindelijk weer zijwind en wind in de rug. Het tempo ging omhoog over de betonplaten van het fietspad.

Vlakbij Oldeberkoop ging het weer mis; opnieuw stootlek, dit keer op de rand van één van de betonnen platen. Geen reservebandjes meer, dus bij de dichtstbijzijnde boerderij (bleek een groepsaccommodatie) vragen of er plakkersmateriaal was. Dat was er en zo kon ik het bandje plakken.

Toen ik eindelijk weer op de fiets zat hoopte ik heel hard dat de band het zou houden tot Drachten. Maar het voelde niet goed en helaas; in de buurt van Jubbega weer lek. Daar bij de eerste de beste woning (van de familie Hylkema, waar de auto wel op de oprit stond) aankloppen en opnieuw band plakken. De geplakte band oppompen had geen zin; er bleef geen lucht in hangen. Onbegonnen werk zo! Gelukkig had mevrouw Hylkema een lumineus idee; ik mocht haar Gazelle damesfiets wel lenen om naar huis te fietsen! Zo gezegd, zo gedaan.

De laatste 18 km kon ik zo toch nog fietsend thuis komen en nog enigszins op tijd voor mijn wasmachine ook. Niet zo raar; mijn gemiddelde snelheid met de Gazelle zat boven de 24 km/uur. Lekker doorgetrapt dus!