fietserd

Wit, blauw, groen, geel, rood

Op eigen uitnodiging was ik zaterdag weer eens in Dokkum om een training te geven. Een gasttrainer was ik dit keer. Best een gek idee, want je bent te gast, maar tegelijkertijd eigenlijk ook wel heel erg thuis. Ik ken de mensen, ik ken de kleedkamers, ik ken de zaal met fietsen. Maar ik ben niet meer de vaste trainer van deze ploeg. Ik ben te gast.

Het was de bedoeling om een buitentraining te houden, maar de ijzige weersvoorspellingen kwamen uit en ik bereidde daarom op vrijdag een binnentraining voor. De fietsen zijn anders en de training die ik heb gemaakt moet aangepast worden naar een training met kleurtjes in plaats van ‘kwartjes’. De muziek erbij gevonden, fijn; all set and done.

Aan het eind van de zaterdagochtend was ik present om de boel voor te bereiden. Dat was met een beetje hulp snel voor elkaar; alles werkte naar behoren. De renners waren mooi op tijd en de training kon beginnen.

Oef, even wennen! De fiets is écht anders dan een spinningfiets en ook mijn aanwijzingen zijn anders. “We beginnen in het blauw”, “Tijdens de versnelling moet je in het geel komen”, “Rood mag eigenlijk nog niet”. Gelukkig kan “Alle weerstand eraf en herstellen”, nog wel gewoon op deze fietsen.

Na een half uur heb ik de slag goed te pakken en gaat het lekkerder lopen.
De renners tegenover me zijn fanatiek. Ik moedig ze aan, laat ze in het ritme fietsen, de weerstand bijdraaien en/of de benen in een hoger tempo draaien. Het eerste uur is voorbij en zelfs de renners die zeggen nooit te zweten, hebben het zweet op het hoofd staan.

“Nog maar een half uurtje voor de boeg” zeg ik, maar ik weet wat er gaat komen en dat is niet mals. Ruim 20 minuten klimmen. Het beentempo niet hoog, druk op de benen zetten en dan weerstand erbij draaien tot hoog in de gele en in de rode zone. Verzuring, pijn in de benen, verhoogde hartslag en ademhaling en vermoeidheid. Ik ken het gevoel en voel het op dat moment zelf ook.

En dan is de training voorbij. Tijd om te rekken en strekken, de fiets te poetsen, en nog even een bakje te doen. De volgende ploeg zit klaar en ook deze mensen ken ik. Een praatje hier, een groet daar. De mensen vinden het leuk me te zien en dat is wederzijds. Heel even bekruipt me een gevoel van spijt dat ik deze mensen niet meer train. Maar dat is maar kort, want ik weet dat ik dit jaar leuke nieuwe uitdagingen voor de boeg heb. Volgende week begint het, dan is het weer zomertijd!